SUSTAINABLE CLOUDFEST 

Op CloudFest* 2022 was ik de woensdagavond uitgenodigd voor een netwerkborrel in de Buena Vista Club op de 9e verdieping van Hotel Castillo Alcazar, georganiseerd door GleSYS, een Zweedse datacenterboer die beweert ‘carbon negative’ te zijn.

Eenmaal op de 9e verdieping gearriveerd en het eerste glas wijn verder en het fenomenale uitzicht in mij op te hebben genomen, begon het mij te dagen dat hier iedereen verzamelt was die iets doet met IT en sustainability.

Ik raakte bijvoorbeeld aan de praat met de oprichter van een Nederlandse start-up die datacenters bij kassen wil bouwen om de restwarmte te verkopen aan de glastuinbouw. GleSYS zelf verkoopt restwarmte aan de stadsverwarming in Zweedse steden. En niet veel later werd ik door een Amerikaan – die datacenters met zonnepanelen in de woestijn aan het bouwen is – uitgenodigd om later die avond in het nabijgelegen Bell Rock Hotel nog aan de sigaren en Martini’s te gaan. Het was niet enkel deze netwerkborrel waar omzien voor het milieu klok sloeg, het was een rode lijn door de hele CloudFest heen. Dit heeft te maken met een aantal trends die we de komende jaren gaan zien. Staat u mij toe deze even kort toe te lichten:

Energieverbruik
De grootste kostenpost voor het runnen van een datacenter is elektriciteit. Des te minder u hiervan nodig heeft, des te groter uw winstmarge. Zo eenvoudig is het. Daar komt nog bij dat steeds meer plekken in de wereld wet- en regelgeving aan het optuigen zijn die een harde limiet stelt aan de hoeveelheid elektriciteit een datacenter mag verstoken aan koeling. Veel datacenters worden zo ook uitgerust met een Nederlandse uitvinding, het Kyoto-wiel. En steeds meer wordt er gekeken of servers, of delen van servers, niet uitgeschakeld of op stationair gezet kunnen worden als ze niet nodig zijn. Maar spekkoper lijken wel landen te zijn waar elektriciteit vrijwel gratis is, en die gelegen zijn in wat koudere klimaten. Denk maar aan IJsland en Noorwegen. Maar dan komen we bij het volgende punt.

Edge
Een nieuwe trend is wat men Edge Computing noemt, waarbij de afstand van de gebruiker tot het datacenter of de server verkleint dient te worden. U moet bedenken dat het nog niet zo gek lang geleden is dat het heel gebruikelijk was dat de website die u bezocht, of de app die u gebruikte, zijn informatie haalde van een programma dat 24 uur per dag, 365 dagen per jaar stond te draaien op een server aan de andere kant van de wereld. Dankzij containerization – het idee dat een programma ook wel eens uitgezet mag worden, en niet gebonden is aan die ene server, in dat ene datacenter, op een naargeestig industrieterrein langs de ring van Mumbai – hoeft dat niet meer. Dat betekent ook dat servers dichterbij mogen komen en niet louter meer in datacenters op naargeestige industrieterreinen hoeven te wonen. Ja, zo’n server runnen in IJsland is stukken goedkoper dan in Oude Pekela. Maar een Nederlandse streamingdienst die films en series wil serveren aan een klant in Assen (ja, ik moest ook even op de kaart kijken) heeft daar veel minder aan. Immers, het transport van die films en series kost ook geld. En onderweg van IJsland naar Assen kan nog heel wat gebeuren. En iedereen weet dat niets een mens zo agressief maakt als in een film of een serie op het moment suprême een draaiend cirkeltje te zien met “Verbinding verloren” of nog erger: “Buffering”.

Tegelijkertijd biedt Edge ook meer kansen voor sustainability, en bijbehorende winstmaximalisatie: een datacenter die restwarmte verkoopt aan een tomatenkas, hoeft pas ingeschakeld te worden als de tuinder de warmte nodig heeft. Op een ander moment neemt een datacenter die restwarmte aan een woonwijk levert, het naadloos over. En die schakelt weer uit als een ander datacenter, dat zijn stroom krijgt van een windmolen, weer in de wind komt te staan. Enzovoorts.

Dit zijn trends die niet alleen de kosten gaan halveren, maar ook de belasting op het milieu.

*CloudFest: Een jaarlijks terugkerend tech-congres waarvoor men Europapark, het tweede grootste pretpark van Europa, volledig heeft afgehuurd. Naast dat de bezoekers kunnen genieten van attracties zonder rijen en gillende kinderen, is er ook een beurs met industry standhouders (waar gadgets worden verloot of weggegeven variërend van USB-sticks tot laptops), lezingen en lectures, diners en borrels en bijna iedere avond wel een concert met beroemde artiesten. Dit feestje wordt door insiders ook wel “the 99% party” genoemd, daar de mensen die hier rondlopen verantwoordelijk zijn voor het in de lucht houden van 99% van het internet. System4 is uiteraard iedere jaar present.

Mijn collega worden en volgend jaar mee naar Cloudfest? Bekijk onze vacatures!